Na een hartelijk welkom aan alle toegestroomde deelnemers, die de reis naar America ondernomen hadden, ontspon zich al snel een geanimeerd gesprek. En iedereen werd voorzien van koffie/thee en taart. We zijn daarna vóór het inhoudelijke deel naar buiten gegaan. Tussen de stallen door naar de bakken waarin het hooi voor de paarden wordt geweekt in water met EM (effectieve micro-organismen).
Onze drie IJslanders vinden die fris-zure smaak heerlijk. De chronische hoest van het oudste paard is hierdoor totaal verdwenen. Via het schapenpaadje liepen verder naar de composthopen. Eduard legt uit hoe hij elke dag de paardenmest verzameld en een jaar laat composteren. Met een enkele schep uit de rijpe compost konden we direct al verschillende regenwormen begroeten. De kniehoge mesthopen worden bedekt met pompoenplanten om de onkruidgroei tegen te gaan en het vocht vast te houden. Het regelmatig uittrekken van het jonge onkruid uit de mesthoop is wel iets wat je in de hand moet houden. Ik laat de hoop een jaar zo veel mogelijk met rust om te composteren en ga zeker niet omzetten om lucht (zuurstof) toe te voegen). Om een te hoge temperatuur in de omzettende mesthoop te voorkomen maken we de hoop niet hoger dan kniehoog. Hiermee (en met het water wat je toevoegt) voorkom je dat de compost ‘verbrandt’ (het verbranden gebeurt in dit geval zonder vuur) Beregenen helpt ook goed mede doordat je de mesthoop niet te hoog maakt dringt het water er goed in. Het valt mij op dat je niet snel teveel water toevoegt. Het miezerde wel een beetje maar het regende vooral vragen.
Hierna zijn we de schapen die in de wei aan de inrit stonden gaan bespreken. Als leidraad zijn hievoor de stukjes die recent in de Zwartbles-info stonden gekozen. Door het stellen van vragen aan de hele groep konden we de belangrijkste raseigenschappen met de deelnemers bespreken. O.a. zijn aan bod gekomen; welk dier is het minst rondribbig. Alle deelnemers konden hier wel mee uit de voeten. We hebben de wigvorm beoordeeld bij de ooien en lammeren. Ook dat inzicht was voor de meeste deelnemers duidelijk. De ooi die er het zwaarste qua gewicht uitzag had een sterke (de meest rechte) rug met correcte benen. Een ooi die leek op deze zware ooi was misschien iets hoger en had een wat week aandoende ruglijn wat een raskenmerk is vooral als je bedenkt dat een zwartbles een opgericht hals-houding heeft.
Daarna zijn we als middagmaal soep, belegde boterhammen en ander lekkers gaan eten.
Van gesteente, erosie, teeltlaag en gras. Intussen werd de beamer geïnstalleerd en Eduard begon het middagprogramma. Hij heeft verteld over de cyclus van het ontstaan van gesteenten en erosie, de basis van onze bodem. Annemarie heeft daarbij aangesloten door te vertellen over de teeltlaag waarin het bodemleven. Alles wat in de bodem de grond luchtig maakt. Gisten, bacteriën, schimmels, nematoden, springstaarten, regenwormen enzovoorts. Wiepke heeft het laatste onderwerp behandeld nl. de grassoorten en de kruiden. Hij gaf aan welke soorten gras vooral eiwitrijk zijn en welke soorten veel structuur hebben.
Je kunt zo proberen meer balans in de verteringsprocessen van het schaap te brengen.
Het is mogelijk in een bestaand weiland grassen en kruiden door te zaaien. Je hoeft het dan niet onder te werken. Sommige kruiden zijn zo lekker voor de schapen dat ze soms al na een jaar verdwenen zijn. En de tweejarige kruiden geen kans hebben gekregen om in het zaad te komen.